Èchte optimale zorg bij multiple sclerose
terug

Hoe het Rad van Fortuin leidt tot een ratrace in de ziekenhuizen

Gerald Hengstman
Verscheen eerder via LinkedIn

In de jaren 90 een kijkcijferkanon op RTL4 en de springplank van mensen als Leontine Ruijters (later Borsato) naar landelijk roem en faam: het Rad van Fortuin. Draaiend aan het rad konden mensen zichzelf verrijken onder het toeziend oog van televisiekijkend Nederland. Het rad draait al lang niet meer voor de camera en is onder een grote laag stof verdwenen in de Hilversumse archieven. In de ziekenhuizen echter niet, daar draait het nog volop, en misschien wel meer dan ooit. Verpakt onder termen als productie en efficiëntie heeft het rad van fortuin in de zorg hetzelfde doel als dat waaraan kandidaten op tv hoopvol draaiden: het genereren van meer geld.

Vraag een gemiddeld arts wat hij of zij het liefst zou willen en je krijgt 9 van de 10 keer hetzelfde antwoord: meer tijd voor de patiënt. En dat is niet vreemd in een tijd waarin productie regeert en iedere minuut ingevuld is. Spreekuren met hooguit 10 minuten (als je al geluk hebt) tijd voor een patiënt zijn geen uitzondering. Het is niet ongewoon dat een arts meer dan 40 mensen op een dag ziet. Hoe kun je dan iemand optimaal helpen en begeleiden? Een kleine wond verzorgen of een oor uitspuiten gaat nog wel met een dergelijk tempo maar iemand begeleiden met chronische hoofdpijn, de ziekte van Parkinson of angst voor kanker wordt toch een ander verhaal. Iedere leek maar ook iedere arts weet en voelt dat de te beperkte tijd afbreuk doet aan kwaliteit. Daar is geen diepgaand onderzoek voor nodig.

 

Met de eed van Hippocrates in het achterhoofd kan het niet anders dan dat iedere arts zich tegen dergelijke systemen met oneigenlijke productieafspraken met hand en tand verzet.

En dat terwijl artsen ooit het volgende verklaard hebben: “ik beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens.” Deze zin uit de Nederlandse artseneed, een afgeleide van de vroegere eed van Hippocrates, zegt niets anders dan dat een arts zijn stinkende best zal doen voor iemand die zijn hulp inschakelt. Hoe kan het dan dat men toch toestaat dat kwaliteit van zorg aangetast wordt door te weinig tijd beschikbaar te stellen? Het zijn niet de zorgverzekeraars of andere “kwade geesten” die dit opleggen, het is het Rad van Fortuin dat heerst in de ziekenhuizen en waaraan artsen zelf draaien.

Inkomensverdeling van artsen binnen ziekenhuizen wordt geregeld via complexe systemen luisterend naar mooie namen als Logex (hoewel de logica vaak volledig zoek is). Dit soort systemen worden gedicteerd door productie en efficiëntie (waarbij deze laatste vooral tot doel heeft om de eerste te vergroten), en reduceren kwaliteit tot een nietszeggend begrip. Bij het verdelen van de taart is het aantal patiënten dat er per tijdseenheid “doorheen gedraaid” wordt leidend. Door het harder lopen van anderen wordt het eigen stukje van de geldtaart kleiner. Een logisch gevolg is een uitzichtloze ratrace van continu opvoeren van productie, net zolang totdat niemand het meer kan bijbenen en de rat uit het wieltje tuimelt. En de Eed van Hippocrates, die is al lang vergeten. Want met die eed in het achterhoofd kan het niet anders dan dat iedere arts zich tegen dergelijke systemen met oneigenlijke productieafspraken met hand en tand verzet. Omdat het afbreuk doet aan datgene dat we ooit gezworen hebben, namelijk “onze stinkende best doen voor het welzijn van de ander.”

Het is tijd voor een andere weg, een andere manier. Terug naar de eed van weleer die het hart van de zorg verwoord. Laat Upendo (naastenliefde) weer de ziel worden en het Rad van Fortuin daar waar het hoort: ver achter ons.